Mensen met suikerziekte hebben twee keer zoveel kans op tandvleesontstekingen als mensen zonder suikerziekte.
U kan deze problemen voorkomen door regelmatig naar de tandarts te gaan en uw tandvlees goed te verzogen.
Waarom hebben personen met suikerziekte meer tandvleesontstekingen?
Een hoge bloedsuikergehalte tast de kleine bloedvaten van het tandvlees aan, waardoor het minder bloed krijgt. Zo ontstaan tandvleesaandoeningen en genezen wondjes minder snel.
Mensen met suikerziekte hebben vaker last van ontstekingen in de mond.
Suikerziekte kan een continue ‘droge mond’ geven. Speeksel zorgt voor bescherming. Een tekort aan speeksel geeft ontstekingen en meer gaatjes in het gebit.
Een hoger suikergehalte in het speeksel kan bacteriën aantrekken die het glazuur aantasten.
Tandvleesaandoeningen en tanduitval
Personen met suikerziekte hebben meer tandvleesaandoeningen. Het tandvlees gaat bloeden, tandplak wordt tandsteen, waardoor het tandvlees wegtrekt. Na een tijdje zullen er tanden uitvallen door de progressieve botafbraak rondom de tanden.
Tandvleesaandoeningen voorkomen
U kun teen tandvleesaandoening goed voorkomen. Daarvoor hoeft u er alleen voor te zorgen dat je er geen plak en tandsteen ontstaat. Dit kan je perfect vermijden door dagelijks goed te poetsen.
Wanneer naar de tandarts?
Ga minstens elke 6 maand bij uw tandarts om je tanden te laten controleren, tandsteen te verwijderen én mogelijke tandvleesaandoeningen op tijd op te sporen.
Bij bloedend tandvlees bij het eten en tandenpoetsen.
Bij pijn in de tanden als u iets heets of kouds eet of drinkt.
Bij losse tanden, wondjes, vlekken of zweertjes.
Bij een slechtzittend kunstgebit.
Wat kan je er zelf aan doen?
Ga elk halfjaar naar de tandarts.
Gebruik minstens één maal per dag een special driehoekige houten tandenstoker of interdentaal borsteltje voor het poetsen.
Na elke maaltijd en voor het slapengaan uw tanden poetsen met een zachte tandenborstel.
Borstel tot tegen het tandvlees. Bij bloeden dien je extra te poetsen.
Borstel de buitenkant van uw gebit met draaiende bewegingen. Doe hetzelfde voor de achterkant van de tanden en het kauwvlak.
Borstel de ruwe bovenkant van de tong met een tongschraper.